Uw gevederde vriend
Onze dierenarts Caroline Hommes heeft veel ervaring met geneeskunde en verzorging van vogels. Vogels zijn gevoelige dieren. Bij ziekte of verwondingen is het belangrijk om snel actie te ondernemen. Op deze pagina’s leest u wat u zelf al kunt doen en wat Dier en Dokter voor uw vogel(s) kan doen. U kunt bij Dier en Dokter terecht met kleine vogels (vinken, kanaries, parkieten enzovoort) maar ook met grote vogels zoals papegaaien, uilen en roofvogels.
Komt u met uw vogel naar een van onze praktijken? Deze tips maken het plezieriger voor uw dier en voor u.
Bij de preventieve gezondheidscheck controleert de dierenarts onder andere longen, hart, snavel, keelholte, poten, vleugels, spieren, veren, oren en ogen, en het gewicht. Mocht er aanvullend onderzoek nodig zijn, zoals bloedonderzoek of een röntgenfoto, dan bespreken we dat uiteraard vooraf met u. Met een preventieve check kunnen afwijkingen in een vroeg stadium worden herkend en is een tijdige behandeling mogelijk. Dit kan ook bestaan uit adviezen over bijvoorbeeld de voeding of het gedrag. We raden u aan om 1 keer per jaar een preventieve check te doen (bij oudere vogels kunt u kiezen voor elk half jaar).
Heeft u een nieuwe vogel? Met een aankoopcontrole sluit u eventuele klachten en ziektes uit of u kunt ze direct aanpakken. Daarmee beschermt u ook eventuele andere vogels en bij een ‘verborgen gebrek’ kunt u nog terug naar de verkoper. U kunt bij een aankoopcontrole uw vogel ook laten testen op een aantal besmettelijke ziektes.
In de vrije natuur zijn veel vogels prooidieren. Dit zorgt ervoor dat ze signalen van ziekte en zwakte zo lang mogelijk verborgen proberen te houden. In de natuur vergroot dit hun kansen om niet ten prooi te vallen aan andere dieren. Maar dit gedrag houden ze ook vol bij u thuis. Dat maakt het vaak lastig te herkennen of uw vogel ziek is. Wacht daarom niet te lang als u vermoedt dat er iets aan de hand is met uw vogel. Neem meteen actie bij de volgende verschijnselen:
Een ongeluk zit in een klein hoekje. Een breuk ook. Een vogel die ineens niet meer kan vliegen, een afhangende vleugel heeft of slap of kreupel pootje heeft, kan iets gebroken hebben. Een speeltouw of andere attributen in de kooi kunnen de oorzaak zijn van botbreuken bij uw papegaai of parkiet. Maar ook bij het los vliegen in huis kan er iets misgaan. Daarnaast kan botontkalking door een tekort aan calcium een rol spelen bij een gebroken poot of vleugel.
Doordat botten van vogels makkelijk versplinteren en er bijna geen beschermende laag spieren en vet overheen zit, is de kans op een meervoudige breuk groot. Snel ingrijpen is dan nodig. Sommige breuken kunnen we stabiliseren met een (spalk)verband. Maar vaker zal een operatie nodig zijn om uw vogel het beste en het snelst te genezen. Voordat we gaan opereren, bekijken we eerst of er geen (inwendige) bloedingen zijn en de vogel veilig onder narcose kan worden gebracht en de juiste pijnstilling kan krijgen. Soms kan externe fixatie nodig zijn. Er worden dan metalen pinnen door het bot heen geboord en aan de buitenkant met elkaar verbonden om botdelen op hun plek te houden.
Te lange nagels zorgen voor overlast en kunnen leiden tot schade aan de pootjes. Bij normale belasting slijten nagels meestal voldoende vanzelf. Soms is het nodig om de kooi aan te passen met bijvoorbeeld andere zitstokken. Nagels die te lang zijn, kunnen we inkorten door ze te knippen of, bij grotere vogels, te slijpen. Dit kan tijdens een apart consult of als onderdeel van een gezondheidscheck.
Kortwieken - het korter knippen van een aantal slagpennen - voorkomt dat een vogel kan wegvliegen. Bij huiskamervogels kunnen we de buitenste slagpennen van beide vleugels korter maken. Hierdoor kan een vogel niet meer omhoogvliegen, maar nog wel veilig landen. Let op: kortwieken doet geen pijn, maar kan uw vogel wel onzekerder maken. Dit kan weer leiden tot plukken of veerbeschadigend gedrag.
Het zelf beschadigen of uittrekken (plukken) van veren komt vooral veel voor bij kromsnavels. Dit kan variëren van lichte beschadigingen aan enkele veren tot het compleet uittrekken of afbijten van alle lichaamsveren. Plukken en veerbeschadigend gedrag zijn symptomen van onderliggende lichamelijke en/of psychische klachten.
Wordt het gedrag veroorzaakt door psychische problemen, dan is er vaak sprake van een complex probleem met meerdere factoren die invloed hebben. Veel voorkomende psychische oorzaken die kunnen leiden tot plukken en veerbeschadigend gedrag:
Naast een uitwendig lichamelijk onderzoek is vaak ook aanvullend onderzoek nodig zoals microscopisch onderzoek van de huid, ontlastingsonderzoek, röntgenfoto's of bloedonderzoek. Bij een lichamelijke oorzaak moet deze eerst worden behandeld. Daarnaast kijken we ook naar factoren die invloed kunnen hebben op de psychische afwijkingen. Aanpassingen in de leefomstandigheden, voeding, sociale interacties en eventueel gedragstherapie kunnen dan worden ingezet. Als laatste mogelijkheid kunnen medicijnen worden ingezet als antidepressiva of angstremmers. Is er sprake van wonden, dan kan een kokerkraag, schotelkraag of een jasje helpen. Hoewel veel vogels redelijk snel wennen aan een kraag, is dit niet bevorderlijk voor hun welzijn.
Wilt u kweken met uw vogel? In de natuur wordt de broedperiode afgestemd op de seizoenen, zodat de kleine vogeltjes de meeste overlevingskans hebben. Ook huisvogels reageren sterk op de seizoenen en de hoeveelheid daglicht. Wanneer de dagen langer worden en de nachten korter, nemen de hormoonspiegels vaak toe. Ook sterk energierijke voeding (zaden, trosgierst, etc.) en nestgelegenheid kan de hormonen stimuleren: er is dan steeds voldoende voedsel en ruimte om jongen groot te brengen. Ook de aanwezigheid van een natuurlijke partner (vogel), onnatuurlijke partner (mens) of een substituut van een partner (zoals een spiegel) is een sterke stimulans van de geslachthormonen.
Vogels kunnen last hebben van het overmatig leggen van eieren, legnood, ei-peritonitis, cystes, ontstekingen en tumoren van de eileider of eierstok, prolaps van de cloaca, agressie, hypersexualiteit of veerbeschadigend gedrag. Een deel van deze aandoeningen wordt veroorzaakt door overmatige stimulatie van de geslachtshormonen, een ander deel van deze aandoeningen is juist de oorzaak van hormonale problemen.
Legt uw vogel overmatig eieren of zijn er hormoon-gerelateerde gedragsproblemen, dan kunt u bepaalde omgevingsfactoren veranderen om de hormoonspiegels te verlagen. Helpt dat niet voldoende, dan kan bijvoorbeeld een onderhuids hormoonimplantaat worden ingebracht. Bij echte afwijkingen van het legapparaat is vaak een operatie nodig. Bijvoorbeeld om bij legnood een ei te verwijderen, om een uitgestulpte cloaca te herstellen of om bijvoorbeeld chronische ontstekingen, cystes en tumoren te behandelen.
Aspergillose is een beruchte schimmelinfectie die helaas veel voorkomt bij verschillende vogelsoorten, zoals papegaaiachtigen, roofvogels en kippen. De schimmel tast meestal de luchtwegen aan, maar soms ook andere organen. Schimmels verspreiden zich via schimmelsporen: zeer kleine, besmettelijke deeltjes die via de lucht worden ingeademd. Deze schimmelsporen komen vrijwel overal in kleine aantallen voor. Bij een gezonde vogel is het immuunsysteem prima in staat om die op te ruimen. Bij een grote hoeveelheid schimmelsporen (bijvoorbeeld uit verkeerde voeding of van een vieze, vochtige bodembedekking) of bij een slechte weerstand kan het echter misgaan. Gebrek aan bepaalde voedingsstoffen, stress, langdurig antibioticum gebruik, andere ziektes en uitputtende leefomstandigheden verlagen de weerstand.
Bij acute, heftige infecties worden vogels zeer snel ziek: ze stoppen met een eten en hebben het benauwd. Een snelle behandeling kan uw vogel mogelijk redden, maar dit is lang niet altijd het geval. Bij chronische (langdurige) infecties, zijn de klachten meestal minder opvallend. Gewichtsverlies, verminderde eetlust, kortademigheid, verandering van geluid, een slecht verenpak en sloomheid kunnen aanwijzingen zijn. Aspergillose kan worden vastgesteld via bloedonderzoek, röntgenfoto's, microscopie en endoscopie of met een CT-scan.
Vogels hebben een hoge stofwisseling en verbruiken daardoor veel energie. Niet of onvoldoende eten leidt snel tot lichamelijke problemen of zelfs sterfte. Kleinere soorten kunnen zelfs binnen een dag verhongeren.
Papegaaien en parkieten eten vooral plantaardig voedsel. De meeste huis-papegaaien en -parkieten behoren tot de zaad-eters. Toch zijn zadenmengsels alleen vaak niet genoeg om alle benodigde vitamine A & E , calcium en andere stoffen binnen te krijgen, zoals aminozuren. De zaden in kant-en-klaar voer zijn volledig gerijpt. Hoe langer de zaden bewaard worden, hoe slechter de voedingswaarde wordt.
Pellets als basisvoeding is vaak de beste oplossing. Dit zijn brokjes met een uitgebalanceerde samenstelling. Papegaaiachtigen die 75% pellets eten, krijgen in principe voldoende van de essentiële voedingsstoffen binnen. De andere - maximaal - 25% kan bestaan uit groentes en fruit en ook wat zaden. Afhankelijk van de soort en individuele situaties kan voor bepaalde vogels een andere verhouding beter zijn: leeft de vogel binnen of buiten, vliegt hij of zit hij in een kooi, legt ze eitjes of niet? Let op: vogels moeten wennen aan pelletvoeding. Als ze moeite hebben met de omschakeling kan dit leiden tot ondervoeding.
Zorg ook dat uw vogels kunnen foerageren. Dit doet u door het eten uitdagender te maken. Voor vogels die in de natuur veel op de grond foerageren, zoals valk- en grasparkieten - kan een deel van de voeding verspreid worden tussen (schone!) bodembedekking. Voor ander soorten kan voeding worden aangeboden in speelgoed, gaten in stukken hout of in kartonnen doosjes/wc-rollen. Moeten 'werken' voor het eten is zeer positief voor het welzijn van de dieren.
Vogels hebben een ander maag-darmkanaal dan zoogdieren. Bijna alle vogels hebben een krop, een zakvormig einde aan de slokdarm waar ingeslikt eten tijdelijk wordt opgeslagen zonder te verteren. Daarnaast hebben vogels een dubbele maag: de kliermaag (Proventriculus) maakt maagzuur aan, de spiermaag, (Ventriculus) kneedt en vermaalt het eten. Vooral bij vogels die zaden eten is de kliermaag sterk ontwikkeld. Veel vogels in de natuur slikken steentjes in, die in de spiermaag een bijdrage leveren aan het vermalen van harde voedseldelen. Voor huisvogels kan maagkiezel een goed alternatief zijn. Dit is iets anders dan oplosbaar grit, dat bestaat uit gebroken schelpjes. Dit materiaal lost op in het maag-darmkanaal en is een goede bron van calcium.
Cookies helpen ons jou de beste gebruikservaring te bieden. Lees meer.
Onze website maakt gebruik van cookies om jou van andere gebruikers op de website te onderscheiden. Hiermee kunnen we jou een goede gebruikservaring op de website bieden en deze blijven optimaliseren. Bekijk ons cookiebeleid.
We gebruiken drie verschillende cookietypes op onze website. Je voorkeur kan je hieronder aangeven.
Deze cookies zijn nodig om de website te laten werken. Zij worden altijd geplaatst.