Konijnen

Informatie over uw kleine vriend

Konijnen

Het konijn behoort tot de haasachtigen en niet, zoals veel mensen denken, tot de knaagdieren. Het verschil zit hem in de stifttandjes die achter de boven snijtanden van het konijn staan. Knaagdieren hebben deze stifttanden niet.

Konijnen zijn sociale dieren, maar als twee vreemde konijnen bij elkaar komen, dan moeten ze wel vaak aan elkaar wennen. Klikt het niet meteen, dan kunnen ze flink vechten. Dier en Dokter geeft u tips om konijnen te koppelen, zoals dat in vaktermen heet. Dat heeft overigens niets te maken met het fokken van een nestje. Koppelen gaat zelfs makkelijker als de betrokken konijnen gesteriliseerd of gecastreerd zijn. 

Wilt u weten hoe u zo lang mogelijk plezier van uw konijn kunt hebben? Dier en Dokter geeft tips voor de juiste voeding, de noodzaak van inenten en castratie.

Intenten tegen konijnenziektes

Wellicht niet zo algemeen bekend, maar ook bij konijnen komen gevaarlijke virusziekten voor: VHD en myxomatose. Deze virusziektes hebben bijna altijd een dodelijke afloop. Zeker in het voorjaar is het risico op besmetting groot. Er bestaat geen geneesmiddel tegen deze ziekten, u kunt alleen preventief laten inenten. Dier en Dokter gebruikt een vaccin waarbij maar één maal per jaar hoeft te worden ingeënt.

Myxomatose

Myxomatose is een meestal dodelijke virusziekte, deze wordt meestal overgebracht via muggen en andere stekende insecten zoals vlooien of via direct contact. Een konijn met myxomatose heeft ontstoken, gezwollen oogleden en eveneens zwellingen rond de neus, bek, anus en aan de oorschelpen. Het konijn zal in de meeste gevallen snel overlijden.

VHD/RHD

VHD staat voor Viral Hemorrhagic Disease en wordt ook wel VHS of RHD genoemd (Viraal Haemorragisch Syndroom). Het is een zeer besmettelijke ziekte die wordt overgebracht via insecten, direct contact maar ook via besmet materiaal of zelfs schoenzolen. Het veroorzaakt interne bloedingen. Soms is er uitwendig niks aan het konijn te zien en gaat het dier ineens dood, in andere gevallen wordt het konijn in korte tijd erg ziek en sterft vaak met een schuimachtige bloedneus.

RHD2

RHD2 is een zeer besmettelijke ziekte waarbij het konijn soms (acute) benauwdheid, koorts, bloedingen of neurologische verschijnselen vertoont waarbij na vaak helaas sterfte opvolgt. Vaak is dit niet het geval en sterft het konijn zonder voorafgaande verschijnselen. Daarnaast kan bij RHD2 een meer chronisch ziektebeeld gezien worden waarbij het konijn gedurende langere periode algemeen ziek kan zijn.

Vaccin

Wij hebben een vaccin in onze praktijk dat een jaar werkzaam is, dit mag gegeven worden vanaf 10 weken leeftijd. Heeft u uw konijn nog niet laten enten tegen het RHD2-virus, kunt u hiervoor bij ons een afspraak maken.

Voeding

Ruwvoer

Konijnen hebben een grote, blinde en dikke darm en kunnen hierdoor veel ruwvoer verwerken, zoals hooi en vers gras. Te weinig ruwvoer zorgt voor problemen met het darmstelsel. Geef geen gemaaid gras, de kwaliteit hiervan gaat snel achteruit. Zorg dus dat ze altijd wat hooi hebben én voldoende vers drinkwater. 

Brokken

Dit kunt u aanvullen met goede konijnenbrokken. Geef liever geen gemengde granen: konijnen eten dan alleen wat ze lekker vinden en laten de rest liggen. Daardoor krijgen ze niet alle benodigde voedingsstoffen binnen. Vooral calcium is voor konijnen heel belangrijk. Een tekort hieraan zal voor kiesproblemen zorgen. Teveel calcium is echter ook niet goed: dit kan blaasstenen of blaasgruis veroorzaken. Bij Dier en Dokter kunt u brokken kopen van goede kwaliteit. We kunnen ook adviseren over de juiste hoeveelheid. Geef in elk geval niet meer dan 20 gram per dag, anders eten ze geen ruwvoer meer en kunnen damproblemen krijgen. 

Tips

  • Geef liever geen kool, sla, tomaten, komkommer, klaver en zacht fruit.
  • Wat wel mag: boerenkool, bloemkoolblad, bietenloof, wortel en loof, andijvie, lof, paardenbloem, weegbree, appels, beuk en wilg, broccoli.
  • Fruit mag, maar niet teveel. Hier worden ze te dik van en ze kunnen er diarree van krijgen.
  • Voorkom plotselinge dieetwijzigingen.

Waarom eet een konijn zijn eigen keutels op?

Een konijn haalt niet alle voedingsstoffen en energie bij de eerste darmpassage uit het voer. Grote onverteerbare delen poept hij gelijk uit. Dit zijn de gewone droge harde keutels. De overige kleinere deeltjes worden eerst achtergehouden en bewerkt in de blinde darm: het caecum. Deze keutels worden in groepjes uitgescheiden. Het konijn eet dit rechtstreeks uit de anus op. Zo haalt hij toch alle stoffen die nodig zijn uit deze keutel. Het is dus heel natuurlijk en juist nuttig gedrag.

Madenziekte

Vliegen: ze horen bij de zomer. Maar ze kunnen zeker voor konijnen ook schadelijk zijn. (Blauw)groene vleesvliegen leggen graag eitjes in de vacht van een konijn. De maden die hieruit komen doen zich te goed aan de konijnenhuid. Dit kan voor je konijn veel schade en pijn veroorzaken. En erger nog: de maden scheiden een stof uit waardoor huidweefsel afsterft en dit kan leiden tot (dodelijke) bloedvergiftiging. Zie je maden op de huid van je konijn of kleine wondjes of gaatjes? Ga dan meteen naar de dierenarts. Wat je zelf kunt doen om madenziekte (myiasis) te voorkomen? Hou het hok en je konijn zelf extra schoon. De vliegen komen namelijk af op vieze geuren en restjes uitwerpselen in de vacht. Controleer iedere dag je konijn, zeker met warm weer. Er is een spray verkrijgbaar die myiasis bij konijnen voorkomt en bestrijdt. 

Castratie

Vanaf 3,5 maand zijn konijnen seksueel rijp en kunnen zich voortplanten. Met vijf maanden komen ze in de puberteit. De verhalen over de vruchtbaarheid van konijnen zijn maar al te waar. Om uw populatie konijnen binnen de perken te houden, is het zinvol uw konijn – mannetje of vrouwtje – tijdig te laten castreren. Dit heeft ook voordelen op het gebied van gedrag en gezondheid. Dit is verschillend voor mannetjes en vrouwtjes.

Niet te vroeg castreren

Tijdig castreren is met vijf of zes maanden. Liever niet eerder, omdat de geslachtshormonen belangrijk zijn voor de botopbouw. Na een half jaar is een konijn uitgegroeid en kunt u veilig laten castreren, het is daarom beter een konijn eerst te laten uitgroeien.

Let op: een konijn mag beslist nooit vasten voor een operatie. De reden waarom andere huisdieren nuchter moeten zijn voor een operatie, is om braken te voorkomen. Maar een konijn kan niet braken. Hij moet altijd voedsel in zijn darmen hebben, zodat die in beweging blijven laat uw konijn daarom gewoon twee tot vier uur voor de operatie (liefst voornamelijk hooi) eten. 

Warmte

Tijdens de operatie ligt uw konijn op een warmtematje. Een konijn dat onder narcose is geweest, is niet in staat zijn lichaamstemperatuur te regelen. Daardoor ontstaat het gevaar op onderkoeling. Uw konijn kan daardoor in een fatale shock komen. Houd uw konijn daarom na een operatie de eerste tijd binnenshuis, op een warme plek met een kruik. 

Eten en drinken

Let op of uw konijn binnen twaalf uur na de operatie weer gaat eten en drinken. Een konijn dat niet binnen 24 uur na de operatie voedsel in de darmen krijgt, raakt in de problemen. U kunt uw konijn eventueel met een spuitje wat water geven als het niet zelf gaat drinken. Dit helpt bij een snellere afvoering van de narcosestoffen. Bied uw konijn regelmatig voedsel aan. Als het konijn tussen 12 en 24 uur na de operatie nog niets eet, spuit dan regelmatig een beetje vloeibare voeding in de bek. Als het konijn zelf hooi gaat eten komt het allemaal goed en is dwangvoeren niet meer nodig. 

Castratiedagen: castreren met korting

Door uw dier te laten castreren tijdens onze castratiedagen profiteert u van een lager tarief, doordat we dan heel efficient kunnen werken. U brengt uw hond 's morgens naar onze praktijk en kunt hem of haar in de loop van de dag weer ophalen. Bij teefjes voeren we de meeste castraties uit via laparoscopie (kijkoperatie), omdat dit het minst belastend is voor uw dier. U kunt bij onze assistentes een afspraak maken voor de castratiedagen.

In Mierlo zijn de castratiedagen op maandag, dinsdag en vrijdag.

In Helmond zijn de castratiedagen op maandag, woensdag en donderdag.  

In Eindhoven Stratum zijn de castratiedagen op maandag, dinsdag en vrijdag.

In Eindhoven Hoogstraat zijn de castratiedagen op woensdag en vrijdag.

Liever op een andere dag castreren? Dat kan natuurlijk. U betaalt dan wel een toeslag.

Castratie mannetjeskonijn

Tegen ongewenst gedrag

Mannetjes vertonen in de puberteit extreem sproeigedrag om hun territorium af te bakenen. Dit betekent dat het konijn ook sproeit over kleren en schoenen van de mensen die hij als ‘eigendom’. Dit heeft niets te maken met zindelijkheid, maar alles met hormonen. In de puberteit kan het konijn ook ongewenst gedrag vertonen, zoals het willen rijden op voeten, benen, handen en armen van mensen of het bijten in enkels. Castratie helpt ook om dit ongewenste gedrag, inclusief sproeien, tegen te gaan.

Mannetjes scheiden

Heeft u meerdere konijnen? Dan is castratie over het algemeen noodzakelijk en niet alleen om te veel konijnen te voorkomen. Wanneer na drie maanden territoriumdrift en dominantiebepaling ontstaat, bevechten ongecastreerde konijnen, ook broertjes, elkaar vaak op leven of dood. Het is verstandig mannetjes vanaf drie maanden te scheiden, totdat ze met vijf of zes maanden gecastreerd kunnen worden. Een paar weken na de castratie kunt u ze dan weer aan elkaar laten wennen. Om ze niet van elkaar te laten vervreemden, moeten ze in de scheidingsperiode elkaar wel kunnen zien en ruiken. Ze hebben in die situatie allebei hun eigen territorium en kunnen niet vechten. Als de konijnen nerveus van elkaar worden, wat zich kan uiten door gestamp, is het beter de kooien iets uit elkaar te zetten. Doe dit zo, dat ze nog steeds elkaar kunnen zien en ruiken. Anders zien ze elkaar na de castratie als vreemde konijnen en kunnen alsnog flink gaan vechten. 

Vrouwtje en mannetje scheiden

Ook wanneer u een vrouwtje en een mannetje samen houdt, is het slim het mannetje te laten castreren. Om ongewenste nestjes te voorkomen moet u ze met drie maanden van elkaar scheiden door gaas, zodat ze elkaar wel kunnen blijven zien, ruiken en eventueel likken. Grof gaas is hiervoor het meest. Een mannetje moet zes weken na castratie van het vrouwtje gescheiden blijven, omdat hij nog enige tijd na de operatie vruchtbaar is. 

Castratie vrouwtjeskonijn

Vechtende vrouwtjes

Vrouwtjes hebben net als mannetjes territoriumdrift en dominantiebepaling. Vaak gebeurt dit bij hen als ze zo’n vijf maanden oud zijn. Het gaat er meestal niet zo heftig aan toe als bij mannetjes, maar er kan van tijd tot tijd toch een gevecht losbarsten. Kunnen ze elkaar niet voldoende ontlopen, dan kan dit leiden tot flinke wonden.

Sproeien

Ook vrouwtjes kunnen sproeigedrag vertonen en overal territoriale keutels achterlaten. Daarnaast is ook bij hen verliefd gedrag naar de mens en bijten in enkels mogelijk. 

Scheiden 

Als problemen gesignaleerd worden zoals angst van het ene konijn voor het ander, of steeds snauwerig uitvallen en bijten, kunnen twee vrouwtjes het beste direct gescheiden worden. Wanneer de spanningen zo groot zijn worden dat er echte gevechten geleverd worden, en de konijnen elkaar behoorlijk verwonden, is het namelijk niet waarschijnlijk dat de relatie weer goed komt. Vóór die tijd moet al ingegrepen zijn. 

Castreren voor het tweede jaar

Vrouwtjes kunnen vanaf zes maanden worden gecastreerd. Na de castratie duurt het nog even voordat de hormonen verdwenen zijn. Hou uw konijnen nog wel even apart ons advies is twee tot drie weken, maar zorg wel dat ze elkaar door het gaas kunnen aanraken. Dit is ook beter voor de wondgenezing. U kunt ze in die periode ook onder toezicht wel even bij elkaar laten.

Baarmoederkanker voorkomen door castratie

Heeft u geen plannen om uw konijn een nestje te laten krijgen? Dan is castratie zeker aan te raden, om het risico op baarmoederhalskanker en baarmoederontsteking te verkleinen. Dit risico begint na het tweede jaar, en loopt met de jaren op. Op de leeftijd van zes of zeven jaar heeft een vrouwtje 75% kans om baarmoederhalskanker en of -ontsteking te krijgen. 

Twee konijnen koppelen

Wilt u twee konijnen bij elkaar zetten (koppelen)? Neem dan de tijd en zorg voor een goede voorbereiding. Jonge konijnen kunnen tot de leeftijd van drie maanden meestal probleemloos bij elkaar worden gezet. Een volwassen konijn heeft het liefst een volwassen partner. Een volwassen mannetje en vrouwtje zijn het makkelijkst te koppelen, maar soms klikt het beter tussen twee konijnen van hetzelfde geslacht. Een volwassen konijn aanvaardt geen heel jong konijntje. Zet u hen toch bij elkaar, scheidt ze dan eerst door gaas. Het jonge diertje is dan veilig. Is het konijntje ouder dan tien weken, dan kunt u het gaas weghalen.

Castreren/steriliseren

Jonge konijnen die al aan elkaar gewend zijn, kunnen door veranderingen in de hormonen vanaf een maand of vijf toch met elkaar gaan vechten. De oplossing: castreren/steriliseren. Is dat nog niet gebeurd, zet jonge vrouwtjes en mannetjes vanaf drie maanden dan in elk geval apart om ongewenste nieuwe konijntjes te voorkomen. Zet u oudere dieren bij elkaar, zorg dan in elk geval dat ze gecastreerd en gesteriliseerd zijn, ook als u twee mannetje of twee vrouwtjes bij elkaar zet. Dit voorkomt vechten en zorgt dat ze makkelijker aan elkaar wennen. Na een sterilisatie moeten de wondjes goed genezen zijn voor uw de konijnen bij elkaar zet. Drie weken tot een maand na de ingreep is prima. De konijnen moeten goed gezond zijn: koppelen gaat gepaard met stress, en dat is vooral voor en ziek konijn slecht.

Vertrouwen

Hoofdzaak van het koppelen is dat de konijnen elkaar leren te vertrouwen en confrontaties te vermijden. Elk gevecht maakt dat de konijnen nog argwanender naar elkaar doen. Ze kunnen elkaar verwonden, dus begeleiding is nodig. Haal de dieren uit elkaar bij tekenen van agressie: oren schuin naar achteren, staarten omhoog, spanning.

  • Zowel mannetjes als vrouwtjes rijden op elkaar, om de rangorde te bepalen. Als de rangorde eenmaal vastgesteld is, zal het rijden verminderen en ten slotte helemaal stoppen.
  • Vooral in het begin vindt u veel keutels. Dit is geen onzindelijkheid, maar bedoeld om het territorium te markeren. Is de koppeling geslaagd, dan verdwijnt dit gedrag meestal.
  • Negeren is een positief signaal: allebei een andere kant oplopen, elkaar de rug toekeren, gaan eten, zichzelf wassen of helemaal languit liggen betekent dat ze elkaar vertrouwen en niet als bedreiging zien.
  • Elkaar besnuffelen - staartje omhoog, oren naar voren – en daarna weer weglopen is ook een goed teken.

Twee kooien

Zet de konijnen in het begin in twee kooien naast elkaar, zover dat ze elkaar niet door de tralies kunnen bijten. Wissel ze elke dag van kooi, zodat ze aan elkaars geur kunnen wennen. Voer ze zo dicht mogelijk bij elkaar, maar wel in hun eigen kooi. Laat ze een paar keer per dag samen vrij op een neutrale plek, die ze beiden niet kennen. Begin met een kwartier tot dertig minuten, eventueel drie keer per dag.

Gaan ze vechten? Gebruik dan een plantenspuit en zet ze twee meter uit elkaar. Gaat het goed, dan zullen ze de afstand zelf steeds meer verkleinen. Als ze eenmaal een paar uur goed met elkaar doorbrengen, kunnen ze ook een korte poos alleen gelaten worden. Blijf wel in de buurt om een oogje in het zeil te houden. Beloon positief gedrag met vriendelijke woorden en verbied ze slecht gedrag. Groenvoer geven, zoals een berg hooi op de grond tussen ze in, werkt ook goed. Eten is een sociaal gebeuren bij konijnen, dus laat ze samen eten. 

Gaat het koppelen goed, laat de twee kooien dan naast elkaar staan en laat de konijnen beslissen waar ze willen wonen. Kiezen ze dezelfde kooi omdat ze bij elkaar willen zijn, zorg dan dat de kooi wel openstaat, zodat ze elkaar toch kunnen ontlopen wanneer dat nodig is. Ook konijnen willen van tijd tot tijd privacy. Gaandeweg groeien ze naar elkaar toe. Dit kan soms een of twee jaar in beslag nemen.

Handje helpen om te wennen

Gaat het koppelen minder makkelijk? Probeer dan deze tips:

  • Smeer wat banaan op het voorhoofd. Konijnen zijn hier gek op en zullen elkaars kopje aflikken.
  • Als de konijnen ruziemaken, kan stressen helpen om ze te koppelen. Verandering van omgeving kan maken dat de konijnen dichter tegen elkaar aankruipen, omdat alles vreemd is en ze te bang zijn om te vechten. Als ze er aan gewend zijn om troost te vinden bij elkaar zullen ze (hopelijk) niet snel meer vechten.
  • De meeste konijnen houden niet van autorijden. Hier kunt u gebruik van maken om ze aan elkaar te laten wennen. Neem ze tien minuten tot maximaal een half uur mee in de auto in een grote kartonnen doos. In de auto mag de bovenkant open zijn, buiten gesloten houden. Door de vreemde geuren, bewegingen en geluiden, zullen de konijnen tegen elkaar aankruipen. Aaien onderweg stelt ze een beetje gerust. Weer thuis kunt u ze heel even bij elkaar zetten. Voordat ze helemaal van de schrik bekomen zijn moeten ze gescheiden worden en in hun kooi gezet. Zo hebben ze een prettige niet-vecht herinnering aan elkaar.
  • Zet de konijnen naast elkaar en leg een hand op hun ruggen zodat ze moeten blijven zitten. Aai met de andere hand zachtjes over hun neuzen. Ze ontspannen en vinden de aandacht prettig, terwijl ze tegelijkertijd samen met het andere konijn zijn. Tegelijkertijd hun neus aaien maakt ook vaak dat ze hun koppen tegen elkaar duwen.
Terug naar Mijn huisdier
Honden
Katten
Knaagdieren
Vogels
Vissen