Wilt u twee konijnen bij elkaar zetten (koppelen)? Neem dan de tijd en zorg voor een goede voorbereiding. Jonge konijnen kunnen tot de leeftijd van drie maanden meestal probleemloos bij elkaar worden gezet. Een volwassen konijn heeft het liefst een volwassen partner. Een volwassen mannetje en vrouwtje zijn het makkelijkst te koppelen, maar soms klikt het beter tussen twee konijnen van hetzelfde geslacht. Een volwassen konijn aanvaardt geen heel jong konijntje. Zet u hen toch bij elkaar, scheidt ze dan eerst door gaas. Het jonge diertje is dan veilig. Is het konijntje ouder dan tien weken, dan kunt u het gaas weghalen.
Castreren/steriliseren
Jonge konijnen die al aan elkaar gewend zijn, kunnen door veranderingen in de hormonen vanaf een maand of vijf toch met elkaar gaan vechten. De oplossing: castreren/steriliseren. Is dat nog niet gebeurd, zet jonge vrouwtjes en mannetjes vanaf drie maanden dan in elk geval apart om ongewenste nieuwe konijntjes te voorkomen. Zet u oudere dieren bij elkaar, zorg dan in elk geval dat ze gecastreerd en gesteriliseerd zijn, ook als u twee mannetje of twee vrouwtjes bij elkaar zet. Dit voorkomt vechten en zorgt dat ze makkelijker aan elkaar wennen. Na een sterilisatie moeten de wondjes goed genezen zijn voor uw de konijnen bij elkaar zet. Drie weken tot een maand na de ingreep is prima. De konijnen moeten goed gezond zijn: koppelen gaat gepaard met stress, en dat is vooral voor en ziek konijn slecht.
Vertrouwen
Hoofdzaak van het koppelen is dat de konijnen elkaar leren te vertrouwen en confrontaties te vermijden. Elk gevecht maakt dat de konijnen nog argwanender naar elkaar doen. Ze kunnen elkaar verwonden, dus begeleiding is nodig. Haal de dieren uit elkaar bij tekenen van agressie: oren schuin naar achteren, staarten omhoog, spanning.
- Zowel mannetjes als vrouwtjes rijden op elkaar, om de rangorde te bepalen. Als de rangorde eenmaal vastgesteld is, zal het rijden verminderen en ten slotte helemaal stoppen.
- Vooral in het begin vindt u veel keutels. Dit is geen onzindelijkheid, maar bedoeld om het territorium te markeren. Is de koppeling geslaagd, dan verdwijnt dit gedrag meestal.
- Negeren is een positief signaal: allebei een andere kant oplopen, elkaar de rug toekeren, gaan eten, zichzelf wassen of helemaal languit liggen betekent dat ze elkaar vertrouwen en niet als bedreiging zien.
- Elkaar besnuffelen - staartje omhoog, oren naar voren – en daarna weer weglopen is ook een goed teken.
Twee kooien
Zet de konijnen in het begin in twee kooien naast elkaar, zover dat ze elkaar niet door de tralies kunnen bijten. Wissel ze elke dag van kooi, zodat ze aan elkaars geur kunnen wennen. Voer ze zo dicht mogelijk bij elkaar, maar wel in hun eigen kooi. Laat ze een paar keer per dag samen vrij op een neutrale plek, die ze beiden niet kennen. Begin met een kwartier tot dertig minuten, eventueel drie keer per dag.
Gaan ze vechten? Gebruik dan een plantenspuit en zet ze twee meter uit elkaar. Gaat het goed, dan zullen ze de afstand zelf steeds meer verkleinen. Als ze eenmaal een paar uur goed met elkaar doorbrengen, kunnen ze ook een korte poos alleen gelaten worden. Blijf wel in de buurt om een oogje in het zeil te houden. Beloon positief gedrag met vriendelijke woorden en verbied ze slecht gedrag. Groenvoer geven, zoals een berg hooi op de grond tussen ze in, werkt ook goed. Eten is een sociaal gebeuren bij konijnen, dus laat ze samen eten.
Gaat het koppelen goed, laat de twee kooien dan naast elkaar staan en laat de konijnen beslissen waar ze willen wonen. Kiezen ze dezelfde kooi omdat ze bij elkaar willen zijn, zorg dan dat de kooi wel openstaat, zodat ze elkaar toch kunnen ontlopen wanneer dat nodig is. Ook konijnen willen van tijd tot tijd privacy. Gaandeweg groeien ze naar elkaar toe. Dit kan soms een of twee jaar in beslag nemen.
Handje helpen om te wennen
Gaat het koppelen minder makkelijk? Probeer dan deze tips:
- Smeer wat banaan op het voorhoofd. Konijnen zijn hier gek op en zullen elkaars kopje aflikken.
- Als de konijnen ruziemaken, kan stressen helpen om ze te koppelen. Verandering van omgeving kan maken dat de konijnen dichter tegen elkaar aankruipen, omdat alles vreemd is en ze te bang zijn om te vechten. Als ze er aan gewend zijn om troost te vinden bij elkaar zullen ze (hopelijk) niet snel meer vechten.
- De meeste konijnen houden niet van autorijden. Hier kunt u gebruik van maken om ze aan elkaar te laten wennen. Neem ze tien minuten tot maximaal een half uur mee in de auto in een grote kartonnen doos. In de auto mag de bovenkant open zijn, buiten gesloten houden. Door de vreemde geuren, bewegingen en geluiden, zullen de konijnen tegen elkaar aankruipen. Aaien onderweg stelt ze een beetje gerust. Weer thuis kunt u ze heel even bij elkaar zetten. Voordat ze helemaal van de schrik bekomen zijn moeten ze gescheiden worden en in hun kooi gezet. Zo hebben ze een prettige niet-vecht herinnering aan elkaar.
- Zet de konijnen naast elkaar en leg een hand op hun ruggen zodat ze moeten blijven zitten. Aai met de andere hand zachtjes over hun neuzen. Ze ontspannen en vinden de aandacht prettig, terwijl ze tegelijkertijd samen met het andere konijn zijn. Tegelijkertijd hun neus aaien maakt ook vaak dat ze hun koppen tegen elkaar duwen.